Basenji of Barkless Dog van Afrika
De Basenji is een unieke Afrikaanse hond die niet blaft. Door de speciale vorm van de keel (net als de wolf) kunnen ze niet blaffen, maar dit belet niet dat het een vocale hond is en maakt vele andere geluiden die lijken op een melodieus gehuil, dat overigens heel expressief kan zijn. Basenji’s zijn prachtige honden en hebben geen typische hondengeur, waardoor ze geschikt zijn om in appartementen of kleine huizen te houden.
Basenji’s zijn niet geschikt voor alle eigenaren omdat ze in veel gevallen moeilijker te trainen zijn. Hoewel ze gehecht zijn aan hun familie, wantrouwen ze vreemden en verdedigen ze krachtig hun meesters als ze het gevoel hebben dat ze in gevaar zijn.
Gezondheid
Een Basenji is over het algemeen een gezonde hond en verantwoordelijke fokkers screenen op gezondheidsstoornissen zoals hypothyreoïdie, een type inflammatoire darmziekte genaamd IPSID. Er zijn gentests beschikbaar om dragers van het Fanconi-syndroom, een nieraandoening, evenals progressieve retinale atrofie of PRA te identificeren. Er wordt ook een oogonderzoek uitgevoerd door een oogarts (ECVO). dergelijke tests stellen fokkers in staat om fokkerijen te plannen die deze ziekten niet zullen produceren.
Basenji – FCI Rasgroep 5
De Basenji behoort tot de rasgroep van Spitsen en honden van het oerhondtype.
Land van herkomst: Afrika
Huidige en oorspronkelijke taken: Zelfstandig werkende jachthond op klein wild.
Uiterlijk
Qua uiterlijk is het ras uniek. Gefokt op het Afrikaanse continent, ver weg van invloeden uit Europa en Azië, wat resulteerde in de meeste moderne rassen. Zo behield de Basenji de kenmerken van de honden afgebeeld op de graven van de farao’s. De gemiddelde leeftijd van deze kleine maar stevige hond is 12-14 jaar.
De Basenji is herkenbaar aan hun glinsterende korte vachten, strak gekrulde staarten en gerimpelde voorhoofden en expressieve amandelvormige ogen die allerlei subtiele menselijke emoties uitdrukken. Basenji’s zijn prachtig als ze stil staan, maar nog indrukwekkender als ze snel draven, omdat ze de lange, soepele pas van een miniatuurpaard vertonen. Basenji’s zijn bekende verticale springers, een vaardigheid die is ontwikkeld tijdens het jagen in Afrika
Schouderhoogte: Reuen ongeveer 43 centimeter – Teven ongeveer 40 centimeter.
Gewicht: Reuen wegen ongeveer 11 kilo – Teven wegen ongeveer 9,5 kilo.
Hoofd
Ze hebben een middelbrede schedel met een geringe stop. De voorsnuit is iets korter dan de schedel. De oren zijn spits en worden rechtop naar voren toe gedragen. Basenji’s hebben amandelvormige ogen. Ze hebben een schaargebit.
Lichaam
Basenji’s zijn lichtgebouwde honden. Ze hebben fijne botten. De rug is kort en recht. De staart wordt in een enkele of dubbele krul over de rug gedragen. De borst is diep. De benen zijn rechtstandig en ze hebben kleine, smalle voeten met gebogen tenen.
Vacht: Korte, gladde vacht.
Kleuren: Rood met wit, brindle, zwart met wit en driekleurig (zwart, tan met witte aftekeningen).
Geschiedenis en afkomst van de Basenji
De Basenji is een heel oud hondenras en lange tijd afgeschermd van westerse invloeden. Paleontologen vertellen ons dat de eerste gedomesticeerde honden veel op Basenji’s leken. Ze waren al goed ingeburgerd toen ze vanuit het binnenland van Afrika de Nijl opvoerden als geschenk voor de farao’s van het oude Egypte en worden afgebeeld in oude Egyptische artefacten. Er zijn sporen van het hondenras te zien in oude Babylonische en Mesopotamische kunst.
Deze eens zo machtige beschavingen stortten millennia geleden in, maar de Basenji overleefden als een halfwilde hond die aan de bovenloop van zowel de Nijl als de Congo leefde. Afrikaanse volkeren waardeerden deze honden als veelzijdige jagers met een scherp gezichtsvermogen, explosieve snelheid en een sterk ontwikkeld reukvermogen. In 1895 werden twee van deze honden naar Engeland gebracht, maar ze stierven kort daarna. Een ander paar werd in 1937 naar Engeland gebracht.
Gedrag en karakter
Basenji’s zijn gehecht aan het gezin, maar tevens onafhankelijk en eigenzinnig. Ze zijn alert, intelligent en erg nieuwsgierig. Ze zijn waaks en laten zich beslist horen als er onraad is. Basenji’s kunnen niet blaffen. Ze stoten een soort gejodel uit. Teven worden slechts eenmaal per jaar loops.